Pettekeppe,

Betreft: plechtige communie

De eerste Heilige Communie was het belangrijk moment waarop je voor de eerste keer ‘ter heilige tafel mocht naderen’, m.a.w. dat je voor de eerste keer de communie kreeg. (*) Dat was rond het tijdstip dat je tot de jaren van verstand gekomen was (7 jaar) en je dus verondersteld werd het onderscheid tussen goed en kwaad te kennen. Joseph is dus zover nog niet en Guilherme nog veel minder. De meeste mensen bereiken die jaren nooit. Eigenlijk werd er niet danig veel tralala rond gemaakt, en alleen voor de meisjes gebeurde het dat ze een wit trouwkleed mochten dragen. Een ‘zantje’ herinnerde aan het gebeuren.
Het was een soort bar-mistwa voor de jongens bij de joden en de besnijdenis bij de moslims. De meisjes zijn in die twee godsdiensten - en men vergeet nogal dikwijls óók bij de Joden ! - nog altijd veel minder waard! Een soort noodzakelijk kwaad dat men enkel aanvaardt om kinderen te kweken en het huishoudelijk werk te doen.

De Plechtige Heilige Communie was wat anders! In feite was dat in eerste instantie een feest ter gelegenheid van het toekennen van het Heilig Vormsel. Een sacrament waarbij je bevestigd werd als echt en waarachtig christen. Maar dat H.Vormsel had zijn plechtig karakter verloren, en bleef beperkt tot ergens een late namiddag waarop de bisschop temidden van zijn beslommeringen vanuit Brugge kwam, om over en weer in enkele parochiekerken de vormelingen te gaan vormen. Een voor een moesten we voor
de bisschop knielen die zijn handen op ons hoofd legde en gebeden prevelde. En in de kortste keren stonden we weer thuis. Het schijnt dat dit nu wel met een beetje meer ceremonie gebeurt.

 

 

Ik op de dag van mijn plechtigecommunie. Bewonder mijn pofbroek (nieuw), schoenen (nieuw), das (nieuw), trui (nieuw), pochetje in borstzakje van nieuw kos-tuum, missaal (vast te houden met een doekje tegen het zweten) én leren handschoenen (natuurlijk nieuw)!

 

 

 

 

 

De achterkant van mijn plechtigecommuniezantje. Het gedicht had mijn vader geschreven. Hoe is het mogelijk!

 

 

 

 

 

 

 

De Plechtige Communie zelf was een ernstiger bedoening. De jongens kregen een nieuw kostuum, met voor de eerste keer in hun leven een lange broek én das - die lange broek was vaak een ‘pofbroek’, in goed nederlands ‘golfbroek’ -. Let op: lange broeken werden toen niet gedragen door jongentjes zoals dat nu gebeurt. In de winter droegen we een korte broek tot aan de knieën en lange kousen. Want bij lange broeken zouden de knieën er te rap doorgestoken zijn. Met alle kosten van dien. Pas vanaf 17-18 jaar droegen we permanent een lange broek.
De plechtigecommunicant kreeg ook zijn missaal. Je weet wel: een dik kerkboek vol gebeden, waarin men later allerlei heilige zantjes kon verzamelen. (**)
Meisjes werden gehuld in een plechtigecommuniekleed. Een soort wit bruidskleed met kroontje en sluier. Ze werden inderdaad bruidjes van den heer. Dat was een kostelijke bedoening voor veel families. Gelukkig kon men soms wel een kleed ‘in okkasie’ kopen. (Tussendoortje: heidense of ketterse families zoals bij Meetje deden daar allemaal niet aan mee!)
Op die fameuze zondag moest je eerst naar de lage mis, dan naar de hoogmis en ‘s namiddags naar het lof. Op een bepaald moment in de hoogmis schreed men processiegewijs naar het altaar. Je moest op je knieën tegen de communiebank gaan zitten (de soort tweede Beeldenstorm die het Vaticaans Concilie was heeft die zo goed als allemaal afgebroken), en je handen onder het laken houden waarmee deze bedekt was. Dit om te vermijden dat de H.Hostie per ongeluk op de grond zou vallen. Die communiebank scheidde het koor af van het schip van de kerk. Al deze plechtigheden werden vooraf een paar keer gerepeteerd. Na de mis werden de plechtigecommuniezantjes uitgedeeld aan vrienden en bekenden.
‘s Middags was er feest. De nauwste familieleden werden uitgenodigd voor het feestmaal en brachten voor het feestvarken allerlei kadootjes mee.

De genodigden op de Plechtige Communie van mijn broer:

vooraan: Fernand Lensen, Roger Lensen; tweede rij: Martha Van Hercke, Marguerite Van Hercke, Hans Siffer, Hubert Lensen, Christine Dewilde, Rudolf Siffer (met Linda); derde rij: Prosper Dewilde, Maurits Siffer, Hélène Van Hercke, Georges Desmyter, Antoinette Clauw, Roger Watthy (zijn peter), Paula Van Hercke, Marguerite Siffer (zijn meter), Christine Dewilde; vierde rij: Maria Van Hercke. (Let rechts op het witte emmertje: onze afvalcontainer!)



 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het feestmaal zelf had als hoofdgerecht bijna altijd koeietong in madeirasaus. Er werd ten uitzonderlijke titel wijn gedronken, en het maal eindigde met een taart waarop een beeldje van een plechtigecommunicant stond. Of van het Lam Gods? De plechtigecommunicant mocht zelfs na het maal zijn eerste sigaretje roken. Want hij behoorde min of meer tot het rijk der volwassenen.
Ik weet weinig over wat de meisjes mochten, want wij hadden geen zusters!
Dat feestmaal gebeurde natuurlijk thuis. Er kwam een ‘kokkin’ met een paar helpsters. Die kokkinnen waren vrouwen zonder bijzondere opleiding, maar die een beetje goed konden koken en bij feestelijkheden aan huis kwamen om het feestmaal te bereiden. Een of twee helpsters - vaak dochters - dienden op
en dienden af en ‘wasten de schotels’, en zo had de vrouw des huizes geen werk en kon meedoen aan het feest.

Ook een huwelijk werd toen meestal ten huize van de bruid gevierd! Toen Mee en ik in 1959 trouwden was het ook nog zo. Kort daarop breidde het op restaurant of naar een ‘zaal’ gaan zich fel uit. Van traiteurs was er toen helemaal geen sprake.

PS: Onze buurvrouw Maria Soete met haar kinderen Magda, Cyriel, Christiane,Hilda en André. (Later zou Ann er nog bij komen).
Ik plaats hier deze foto omdat links het oudste dochterje staat in haar eerstecommuniekleed. Wat ongeveer op hetzelfde neerkwam als een plechtigecommuniekleed. Naast haar het broertje Cyriel in een heilige pose, en die had blond krulhaar waardoor hij regelmatig Jezus mocht zijn in de processie! Hij is nu wel een normale vent geworden. Roger (zie familiefoto) was met zijn donker krulhaar regelmatig St.Janneken!


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(*) In het katholiek geloof was een van de dogma’s - een stelling die door ieder katholiek móet geloofd worden - dat een hostie door de consecratie veranderde in het lichaam, zowel vlees als bloed, van Jesus Christus. Het smaakte er niet naar, maar het was zo. En als je het niet kunt begrijpen dan is dat een mysterie!

(**) Zantjes zijn wat anders dan prentjes. Zantjes (heeft ergens te maken met sanctus = heilig) waren prentjes met godsdienstige inslag. Het beeld van O.L.Vrouw, Jezus op zijn kruis, de H.Antonius, etc. Prentjes zijn niet heilig maar boeiender. Men vond die vooral in chocoladerepen. Men spaarde bv. rassen, auto’s, vliegtuigen, de belgische folklore (in tabletten van Côte d’Or), filmsterren, ‘Onze rijke kolonie’, de ‘Vaderlandse geschiedenis’ (Historia), ... Men kon dan een album kopen om ze in te kleven. Grote en goedkope fotoboeken zoals nu bestonden toen bijna niet, en alleszins geen TV of internet waar je nu alles kunt af plukken. Die albums waren zo goed als de enige illustraties die we kenden. Naast de schone prenten over geschiedenis die, naarmate de geschiedenis voorbij schreed, in de klas opgehangen werden.



 

 
  u.