091226
- 16:03 // Toren van de vroegere boterhalle, in de volksmond d'alletorre,
als inleiding op wat hieronder volgt.
het overschot van de wereld
... omdat ik een moeilijk gedicht wilde verstaan en vertalen
Rainer Maria Rilke (1875-1926) was ongetwijfeld een van
de grootste Duitse dichters. En zeg meteen ook maar een van de grootste
dichters ooit.
In augustus 1906 maakte hij, deels op aanraden van beeldhouwer Auguste
Rodin en dichter Emile Verhaeren, een rondreis in Vlaanderen waarbij hij
een paar dagen te Veurne verbleef in hotel De Nobele Rose. Te Veurne
vond hij inspiratie voor twee gedichten "Der Turm" en
"Der Platz".
Der
Turm.
Tour
St.Nicolas - Furnes
Erd-Inneres.
Als wäre dort, wohin
du blindlings steigst, erst Erdenoberfläche,
zu der du steigst im schrägen Bett der Bäche,
die langsam aus dem suchenden Gerinn
der
Dunkelheit entsprungen sind, durch die
sich dein Gesicht, wie auferstehend, drängt
und die du plötzlich siehst, als fiele sie
aus diesem Abgrund, der dich überhängt
und den du, wie er riesig über dir
sich umstürzt in dem dämmernden Gestühle,
erkennst, erschreckt und fürchtend, im Gefühle:
o wenn er steigt, behangen wie ein Stier - :
Da
aber nimmt dich aus der engen Endung
windiges Licht. Fast fliegend siehst du hier
die Himmel wieder, Blendung über Blendung,
und dort die Tiefen, wach und voll Verwendung,
und
kleine Tage wie bei Patenier,
gleichzeitige, mit Stunde neben Stunde,
durch die die Brücken springen wie die Hunde,
dem hellen Wege immer auf der Spur,
den
unbeholfne Häuser manchmal nur
verbergen, bis er ganz im Hintergrunde
beruhigt geht durch Buschwerk und Natur.
Rainer Maria Rilke - Paris - 18.07.1907
PS: De klank hierbij is mijn opname van de dagdagelijkse beiaard van Veurne
bij winderig weer.
Zoals Rilke het schrijft in een kort stukje over Nieuwpoort: "... wenn
das Glockenspiel spielt für sich selbst, wie ein alter blinder Musiker,
der es nicht lassen kann."
Omdat
het over onze streek gaat, heb ik in de loop van mijn tijden en vanuit
enige kerktorenmentaliteit (!) meer dan eens geprobeerd het gedicht
te lezen en te begrijpen. Maar telkens opnieuw heb ik er mijn tanden
op gebroken.
"Der Turm" is een bijzonder moeilijk gedicht. Bij gewone
lezing lijkt het wel gehakt stro! Nu wilde ik me er toch wel eens
doorheen bijten. Vandaar ...
Lezing.
Je moet het gedicht
werkelijk uiteenhalen in een dissectie om het te kunnen beginnen begrijpen.
Dat heb ik dan ook letterlijk gedaan: alle zinsdelen heb ik gewoon uitgeknipt
en op tafel uitgelegd (!) tot een grammatisch overzichtelijk en dan ook
beter verstaanbaar geheel. De vraag is wel of een gedicht zo moet geschreven
worden. Op een manier dat het je, bij eerste lezing, helemaal niet aanspreekt
maar enkel intrigeert. Want bij de operatie tot uiteenrafelen beleef je
eigenlijk slechts hetzelfde plezier als aan het oplossen van een kruiswoordraadsel
of een sudoku.
Maar ik wil wel een beetje goeie wil opbrengen om deze hakkelende stijl,
met bijzinnen in bijzinnen, met de talrijke lidwoorden en voornaamwoorden,
met afkappingen en zinswendingen, te zien als een uitdrukking van het staccato
waarmee men trede voor trede een trap beklimt, en het hoeken- en bochtenwerk
dat men daarbij onderweg kan ontmoeten. Bovendien ... klinkt een beiaard
niet een beetje staccato?
Maar wie ver genoeg klimt wordt zeker beloond voor de moeite!
Verklaring.
De dichter voelt zich
in de voet van de toren als in het binnenste van de aarde. Het lijkt wel
alsof hij nu gaat opstijgen naar het aardoppervlak. Dit gebeurt langs
de trap, als het ware de bedding van een beek, die zoekend omhoog loopt
om bron te worden. Terwijl hij opklimt in het duister dat uit het gebinte
valt en zwaar om hem hangt, maar waar zijn gezicht doorheen dringt en,
zoals bij iemand die verrijst, duidelijker en duidelijker wordt, ziet
de dichter plots. Een visioen, waardoor het hem lijkt alsof hij uit een
afgrond van blindheid valt. En hij herkent, verrast en geschrokken, iets
wat hem treft in zijn diepste gevoelens.
Hij laat ons raden
wat. Herkent hij het duister van zijn onwetendheid? Van zijn zondigheid?
Van zijn onvermogen om nog betere poëzie te schrijven? Van het hiernamaals
dat hem wacht? Ja, dat is het, wanneer hij zichzelf vergelijkt met een
versierde stier die opstijgt als offer om gedood en verbrand te worden
op het hoogaltaar. We mogen ook denken aan de trappenpiramides waarop
de pre-Columbiaanse zuidamerikanen hun mensenoffers brachten. En we weten
ook dat kerktorens als deze, zonder spits maar met platform, dienst deden
als vuurtorens waarop een open vuur brandde om de zeevarenden de weg te
helpen vinden. (*) Vandaar is het slechts een gedachtensprong naar de
brandstapels. Die ten tijde van de Inquisitie - heet Veurne, met ondermeer
zijn Boetprocessie, niet de meest Spaanse stad van Vlaanderen te zijn?
- ook een soort van altaren waren. (**)
Maar dan komen we vanuit
het enge trapgat boven op de toren in de wind en in het licht.
Zo hoog, en met die
wind, lijkt het wel alsof we vliegen. En we zien de hemel weer, verblind
in welke richting we ook kijken. En daarna richt de blik zich in de diepte
waar zich het bedrijvig leven afspeelt, een dorpstafereel zoals bij de
schilder Joachim Patenier, met dagen die uur na uur verstrijken in gelijkheid.
Doorheen die dagen springen de vele bruggen als honden die de helle wegen
volgen alsof deze een spoor zijn, en dit nadat ze zich eerst door smalle
straten en langs versleten, schijnbaar machteloze huizen, een weg zochten.
Uiteindelijk verdwijnt de meute, doorheen bosschages en natuur,
rustig in de achtergrond.
(*) Legende of waarheid?
(Lees veel meer volgende week en later!) (**)
Alhoewel de dichter blijkbaar het begrip 'veurense stier' niet kende en
het hier niet in verband kan gebracht worden, moet ik er toch aan denken.
Een verschijnsel waarbij smalle mistbanken laag over de weiden liggen,
en men nu vee zonder poten ziet, dan zonder koppen en soms zonder romp!
Vertaalwerk.
Ik ben dan blijven doorkauwen en heb mij gewaagd aan een poging tot vertaling.
Zonder letterlijk te willen vertalen heb ik me vrij nauwgezet aan het
origineel poberen te houden: in versvoet, rijm en geest. Zelfs in enige
mate in het gehakt.
Hier moet ik
toch even kwijt dat zelfs een poëziegod als Rilke de werkelijkheid
rustig verwringt omwille van rijm en ritme. Waarom doet de trap dienst
als bedding voor meerdere beken? De historie van het duister in de toren
en de deemstering uit de hanebalken blijft duister! Wegen begeven zich
door bosschages én natuur? Zijn bosschages geen onderdeel van natuur?
Overigens zijn en waren bosschages nu niet precies een kenmerk van dit
kale, vlakke Veurne-Ambacht.
Het heette en heet hopelijks nog steeds 'dichterlijke vrijheid'! De rest
is 'pezeweven'.
Vertaling.
De
Toren.
St.Niklaaskerk
- Veurne
Binnenaarde.
Alsof waarheen we stijgen,
blind, aardoppervlak
is. Waarheen we hijgen
doorheen het bed van schuine, snelle beken
die aan het wegend duister zijn ontweken,
waardoor ons aangezicht dringt, als verrezen,
en wij plots zien, verrast en vol van vrezen,
herkenning uit het deemster van 't gebinte:
o, als je statig stijgt als stier, gepinte -:
Dan nemen wind en licht je uit de engte.
Je vliegt en ziet de hemel weer, verrukte,
verblinde, en de diepte, en de lengte
van dagen die aaneenschuiven in drukte,
zoals bij Patenier, en bruggen, springend
als honden op het spoor van helle wegen
- eerst
tussen onbeholpen huizen dringend -
en die dan rustig door natuur bewegen
langs kreupelbos en veld de verten tegen.
Vert:
Rudolf Siffer - Nieuwpoort - november 2009
Nieuwpoort
- De toren van de verdwenen St.Lau-reinskerk. De toren zelf
werd in WO I opgeblazen.
Joachim Patenier (1480-1524)
"Landschap met de rust op de vlucht naar Egypte." (detail)
Vertaling
zoals Google dat voor ons doet! (O, Lernout, o, Hauspie, o, beleggers!)
Aarde
zaken. Alsof daar waar
je blindelings klimmen, tot aan het aardoppervlak,
U opstijgen naar de glooiende bedding van de beken,
langzaam uit het kanaal zoeken
zijn voortgekomen
uit de duisternis, door de
in je gezicht, zoals opnieuw in stijgende lijn, duwen
en je opeens eruit zien alsof ze zouden vallen
deze afgrond, die nu boven het hoofd hangt
en je weet hoe hij tevreden over je
zijn in de schemering van kantelen kraampjes,
herkennen, bang en angst voor de gevoelens:
o Als hij, hing als een stier -:
Aangezien
echter, brengt u van de smalle verlenging
winderig licht. Fast Flying u hier
de hemel weer op schittering schittering
en daar de schaduwen, wakker en volledig gebruik
en
korte dagen als in Patenier,
gelijktijdig met HR volgende uur,
Ga door de bruggen zoals de honden
de heldere pad altijd op het spoor,
unbeholfne
de huizen soms
ondergedoken tot hij op de achtergrond
is gerustgesteld door struiken en de natuur.